De kater na Allerheiligen

Vroeger zou ik het ontkend hebben. Nu ben ik ervan overtuigd dat je bepaalde gebeurtenissen meegemaakt moet hebben vooraleer je de draagwijdte ervan begrijpt. Een aantal daarvan hebben te maken met leven en dood.

Het baren van een kind. Dat éne moment dat dat kind nog aanvoelt als deel van je eigen lichaam... En een seconde later niet meer.

De dood van een geliefde. Dat éne moment dat je de ademhaling nog ziet en voelt... En een seconde later niet meer.

Het rouwen om een gestorven geliefde. Ook al rouwt iedereen anders, de meeste achterblijvers hebben het gevoel dat de overledene meer aanwezig dan afwezig is in hun leven.

De periode rond Allerheiligen is dan ook een heerlijk moment: plots leven de doden weer een beetje; de herinneringen blijven niet opgesloten in je eigen gedachten maar kunnen verteld worden op een familiebijeenkomst of worden gedragen door de aanwezigheid van anderen op het kerkhof.

Maar vandaag gaat alles weer op slot. Rouwen blijft, ondanks veel nieuwe initiatieven, in de kast zitten in onze samenleving. We vragen liever niet hoe de achterblijver zich voelt, spreken de naam van degenen die gestorven zijn, zo weinig mogelijk uit. Want wat als die vriend of vriendin zich nu net goed voelde, er even niet aan dacht, en door mij weer triest wordt?

Wat dan? Ten eerste is de kans klein dat die persoon er niet aan denkt, en ten tweede is de kans groot dat zelfs als dat zo was, die persoon dat toch bevrijdend vindt. Zoals Goedele Sannen treffend schrijft: “Wees niet bang om erover te beginnen, want dat biedt mij de mogelijkheid om het er niet over te hebben”.

Het stilzwijgen om de ‘sfeer’ niet te bederven is een zware last om dragen. Het niets meer laten weten omdat je niet weet wat zeggen nog zwaarder. Rouw moet kunnen bewegen en de vriendenkring en werkkring is broodnodig voor die beweging.

Het uitspreken van de naam is hierin heel belangrijk. Het gaat om erkenning geven aan de persoon die er niet meer is maar wel nog bestaat, zoals Julian Barnes het zo mooi verwoordt in het derde deel van zijn novelle ‘Hoogteverschillen’. Dat kan stuntelend, aarzelend, haperend, fluisterend, lachend, wenend.

Onze taal is vaak ontoereikend om de gelaagdheid van rouwen weer te geven. Rouwen is een werkwoord als liefhebben. Alleen hebben we voor dat laatste veel meer woorden... Groot is mijn bewondering voor schrijvers die onze rouw-woordenschat uitbreiden. Denk aan Maud Vanhauwaert, wijlen Stijn de Paepe en Patricia De Martelaere, of Caro van Thuyne en haar fantastische ‘weewandelaar’.

In mijn praktijk als rouwcoach verminderen de aanvragen in oktober en vermeerderen ze in december en zeker in januari. In een samenleving waar de dood meer deel uitmaakt van het leven, wordt een rouwcoach misschien wel overbodig. De mensen die tot bij mij komen, doen dat veelal omdat ze na een jaar nergens meer terecht kunnen met hun rouw. Omdat we op rouw nog altijd een einddatum plakken. Omdat ze het gevoel hebben dat ze enkel hun oude zelf kunnen zijn bij hun partner, vrienden, familie, collega’s. Omdat men niet begrijpt dat je na 20 jaar nog verdriet kan hebben omdat iemand er niet meer is. Of dat je veel verdriet kan hebben, ook als je oma van 98 jaar sterft.

Waarom moest ik eerst ervaren wat iemand verliezen betekent, bij het sterven van mijn moeder, vooraleer te weten hoe ik het anders kon doen, bij het sterven van mijn vader? Waarom had niemand me geleerd hoe belangrijk pre-rouw is, zowel voor degenen die stervende is als degenen die achterblijven? Toen mijn vader ziek werd, heb ik met hem kunnen praten over het leven, maar ook over de dood. Over wat hij wou en wat ik wou. Ik kon na zijn val de ambulanciers richtlijnen geven. Mijn rouw bleef niet vastzitten tot tien jaar na het overlijden.

De echte rouwevolutie zal er komen door de mondigheid en kennis van hen die van jongsaf al leren hoe afscheid te nemen. Die dood en afscheid, rouw en troost, dagdagelijks aanwezig laten zijn in hun leven. Laten we daar nu meteen werk van maken, de week na Allerheiligen.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vorige
Vorige

Hoe mindful wandelen mijn leven veranderde